1. Op internet is doen de essentie

Zoals bij elk medium worden de creatieve mogelijkheden allereerst bepaald door de technische omgeving. Essentieel op internet is dat mensen daar iets kunnen doen: we kunnen – en willen dus – scrollen en klikken. Onze vingers tintelen gewoon.

tip

Geef de gebruikers in online verhalen dingen om te doen, al is het maar scrollen. De actie moet ook iets opleveren, bijvoorbeeld inhoudelijk of esthetisch, dan wordt de aandachtsspanne van de gebruiker veel langer. Online verhalen hoeven dus niet altijd kort te zijn. Als ze op een zinvolle manier actie integreren, kan de gebruiker best wel langere tijd op de pagina blijven.

vb.

Apple bewijst met deze knappe productpagina van de iPhone 14 dat lange verhalen erg overtuigend kunnen zijn.

2. Wet van de rollende bal

Hou bij de actie ook rekening met de wet van de rollende bal: als we eenmaal verticaal aan het scrollen zijn, willen we verticaal doorscrollen, en dus niet horizontaal. En we willen al zeker niet meer klikken of andere dingen doen. 

tip

1. We concentreren onze verhalen daarom op één type actie, meestal verticaal scrollen. Vroeger stopten we verdiepende stukken wel eens onder een plus-knop die de gebruiker kon aanklikken en zo openen, maar dat doen we nog maar zelden. Gebruikers klikken die plus-knoppen bijna nooit open.

2. We integreren nog maar zelden verschillende media in één verhaal: het kost heel wat budget om in een scrollverhaal bv. ook speciaal gemaakte video-opnames of een kleine game te integreren, terwijl die extra features niet erg vaak worden aangeklikt. De gebruiker is aan het scrollen, en wil dus helemaal niet meer klikken.

      vb.

      Klikverhaal? De meeste digitale verhalen gebruiken het scrollen als belangrijkste actie, maar er zijn ook leuke klikverhalen, zoals dit Koreaanse verhaal over de Zwarte Hond

      3. Denk klein

      Het fysieke vertelkader is bij een online verhaal veel kleiner dan bij film, tv of print. Dat is voor smartphone zo, maar ook voor laptop of desktop. De hoeveelheid informatie die we per scherm kunnen geven, is dus sterk beperkt. Die wordt bovendien nog verder beperkt doordat onze gebruikers dingen willen doen, en dus minder lang stil naar dat contentdeel in het scherm kijken.

      tip

      1. Zorg ervoor dat je de gebruiker ultrasnel binnentrekt met een duidelijk basisbeeld, een eenvoudige basisbeweging en een duidelijke basisuitspraak: wat mag de gebruiker verwachten in dit verhaal, zowel emotioneel als rationeel en actiegericht?

      2. Zorg ervoor dat de gebruiker de weg niet verliest. Werk tekstueel met een eenvoudige verhaalstructuur – één of twee vertelniveaus. Gebruik drastische visuele overgangen om een nieuw hoofdstuk te markeren.

      3. Zorg ervoor dat de gebruiker in één wereld blijft. Werk visueel vanuit één centrale basis-metafoor die je direct introduceert en in de loop van het verhaal gevarieerd uitwerkt.

      4. Introduceer halverwege je verhaal geen nieuwe personages meer (zoals je dat bijvoorbeeld wel in een verhaal voor een printmagazine doet: een kaderstuk met een interview van de expert bijvoorbeeld: dat werkt meestal niet in een online verhaal).

      4 Alternatieven voor scrollen

      In theorie kan elke actie van de gebruiker de basis voor voortgang van je verhaal vormen.

      tip

      De interactie gebeurt nu meestal via de vinger, maar dat kan in de toekomst best veranderen. In VR en AR hebben we in theorie veel meer interactiemogelijkheden, maar het blijft afwachten welke gewoontes mensen hier zullen oppikken. Interactie via spraak, bij Google Home of Siri, is bijvoorbeeld minder massaal doorgebroken dan enkele jaren geleden voorspeld werd.

      Er zijn wel al verhalen te vinden waarin ook de camera van de gebruiker voor interactie wordt gebruikt. Het verhaal integreert dan het beeld dat de camera registreert en kan er eventueel ook op reageren, naargelang je bijvoorbeeld heftiger of juist rustiger voor je camera beweegt.

      vb.

      Dit intrigerende verhaal gebruikt jouw camera om je in je eigen lichaam te laten duiken. Het verhaal beweert zelfs je hartslag te meten: The Frontier within.

      5 Andere verhaalstructuren

      Je kunt ook andere verhaalstructuren dan de journalistieke wie-wat-waar-structuren als basis gebruiken, bijvoorbeeld de dramatische spanningsboog die we uit film kennen. Voor sommige bedrijven zullen sentimenteel-avontuurlijke verhalen gepast zijn, andere zullen eerder een romantische uitstraling kiezen. In film of video kun je twee of meer verhaallijnen combineren, in digitale verhalen met een spanningsboog kun je beter op één verhaallijn focussen.

      vb.

      Dit stoere verhaal van de Amerikaanse luchtmacht vertelt in een mooie spanningsboog hoe een team mariniers op zoek gaat naar een neergestort burgervliegtuigje: Into the storm